Europa doet too little, too late aan afhankelijkheid Rusland
In het voorjaar escaleerde de Oekraïnecrisis toen Rusland de Krim annexeerde en president Vladimir Putin duidelijk maakte met machtspolitiek de grenzen in Europa te willen wijzigen. De Europese reactie kwam langzaam op gang; de verontwaardiging was groot, maar eensgezindheid in de EU was zoek, en sancties werden aarzelend opgelegd. Europese en Amerikaanse maatregelen hebben het conflict in Oost-Oekraïne niet kunnen stoppen. Ondanks een wapenstilstand gaat de strijd verder, Moskou steunt de separatisten in Donbass en verschillende NAVO-lidstaten overwegen Kiev zwaarder militair materieel te leveren. Een verdeeld land en economische malaise is het gevolg; de economie krimpt met meer dan 6 procent en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zegt dat, na een eerste steunpakket van 17 miljard dollar, Kiev nog eens 19 miljard dollar nodig heeft.
Voorstanders van strengere Europese sancties zeggen dat Putin alleen duidelijke actie begrijpt, en Europa de bereidheid moet hebben zijn economische spierballen te tonen. Maar tegenstanders menen dat Europa zichzelf door sancties, vooral met maatregelen tegen de Russische energiesector, in de vingers snijdt. De fragiele Europese economie wordt er verder door verzwakt. Europa is afhankelijk van Russisch gas; zes lidstaten in centraal en oost Europa halen zelfs 100 procent van hun gas uit Rusland. De weerstand binnen de EU tegen sancties wordt groter. De Slowaakse premier Fico heeft hard uitgehaald tegen het nut van sancties. Landen als Finland, Hongarije, Bulgarije en Italië verzetten zich eveneens. Daarnaast hebben grote Europese bedrijven, waaronder BP, Shell, Total en ENI, economische belangen in de Russische gas- en oliewinning.
De EU legt sancties met duidelijke tegenzin op, en Rusland's huidige energieproductie wordt ontzien. Het zal op Putin niet overtuigend overkomen. Naarmate de crisis langer duurt en de winter nabij komt, des te moeilijker het zal zijn om in EU-verband overeenstemming te bereiken over scherpere maatregelen.
Putin kan dreigen met het afsluiten van de pijpleiding door Oekraïne; bijvoorbeeld als tegenmaatregel voor de Westerse sancties. Dit scenario is niet geheel denkbeeldig. In oktober 2013, naar aanleiding van Moldavië's wens om een politiek associatieverdrag met de EU te sluiten, zei de Russische vice-premier Dmitry Rogozin dat hij hoopte dat de Moldavische winter niet te streng zou zijn.
Valt de gastoevoer via Oekraïne weg, dan zijn Centraal- en Zuidoost-Europa kwetsbaar. Op 28 mei heeft de Europese Commissie een nieuwe strategie gepresenteerd om de energievoorziening in Europa veilig te stellen. Niet eerder was er zo een noodzaak voor een diepere en beter geïntegreerde Europese energiemarkt. Het is een goede strategie, maar voor de Oekraïnecrisis is het ‘too little, too late'. De Europese gasopslagen zijn gevuld, maar in de afgelopen maanden is er te weinig gedaan om de afhankelijkheid van Rusland te verminderen of om voldoende interconnectors (verbindingen tussen de gasnetwerken van landen) te bouwen zodat de Europese markt onvoorziene tekorten kan opvangen. Blijft de gaskraan door Oekraïne langer dan een maand dicht, dan raken de eerste opslagen in Zuidoost-Europa leeg. Via de haven van Rotterdam kan extra gas - in LNG-vorm - geïmporteerd worden, maar dit gas kan Zuidoost-Europa niet bereiken. Daarvoor ontbreken de pijpleidingen. Schaliegas uit de VS is pas over een aantal jaar beschikbaar, net als alternatieve bronnen in de Middellandse Zee. De crisis met Rusland is nu.
De crisis valt samen met de aanstelling van een nieuwe Europese Commissie. Er komt een cluster voor de ‘Energie Unie', geleid door de Sloveense oud-premier Alenka Bratušek. Zij zal samen met de Spanjaard Miguel Arias Cañete vorm geven aan het Europese energiebeleid. Beide commissarissen komen uit landen waar de regering weinig kritische geluiden over Rusland laat horen. Aan hen de taak om te zorgen dat Europa het niet koud krijgt deze winter. Om het behaaglijk warm te hebben, kan de EU Oekraïne binnenkort wel eens op een lager pitje zetten.
Rem Korteweg is senior research fellow bij het Centre for European Reform in Londen.