EU doet er goed aan om de relatie met Turkije op peil te houden
SouthStream is een Nederlandse gaspijpleiding. Althans, die vergissing zou je kunnen maken. De BV is namelijk in Nederland gevestigd; langs de A10, in een van de torens aan de Amsterdamse Zuidas. Maar het Nederlandse adres zegt weinig. De pijpleiding is voor de helft eigendom van het Russische staatsbedrijf Gazprom, de andere helft is Italiaans (ENI), Duits (Wintershall) en Frans (EDF).
De pijpleiding geniet misschien belastingvoordeel in Nederland, maar is zo on-Nederlands als borsjt, kaviaar en vodka. South Stream zou van Rusland naar Bulgarije gaan, onder de Zwarte Zee, om zo de EU te bereiken. De pijpleiding zou daarna via Servië en Hongarije zich vertakken naar Oostenrijk, de Balkan en Italië. Althans, dat was het plan.
Maar de Europese Commissie weigerde om toestemming te verlenen voor een project dat het monopolie van Gazprom in Zuidoost-Europa zou versterken. De EU wil de Europese gasmarkt liberaliseren en stelt daarom dat Gazprom de pijpleiding niet exclusief mag gebruiken voor het vervoer van zijn eigen gas. Ook zou SouthStream Oekraïne omzeilen, waardoor Moskou makkelijker politieke druk op Kiev zou kunnen uitoefenen. De huidige confrontatie tussen de EU en Rusland over Oekraïne vergrootte de oppositie tegen de pijpleiding - de EU wil nu de consumptie van Russisch gas verminderen - en economische sancties maakten de financiering ervan lastig.
Begin december kondigde Putin aan dat hij SouthStream wil verleggen naar Turkije. De deal moet nog afgerond worden, maar het project moet 63 miljard kubieke meter Russisch gas vervoeren, waarvan 14 miljard kubieke meter aan Turkije wordt verkocht om aan de snel stijgende Turkse vraag te voldoen. Voor de overige 49 miljard kubieke meter is maar één optie, de Europese markt. Putin zet dus in op SouthStream 2.0.
Met Turkije verwacht hij minder problemen dan met de EU. Ondanks meningsverschillen over het conflict in Syrië is de relatie tussen President Recep Tayyip Erdogan en Putin pragmatisch. De twee leiders lijken in een aantal opzichten op elkaar; beide leiders zijn in hun land nagenoeg onaantastbaar, en beiden willen hun positie versterken ten koste van Europa. Ook lijken ze het geopolitieke nut van pijpleidingen te begrijpen.
Erdogan wil van Turkije een strategische gashub maken. Niet vreemd, gezien de ligging van het land tussen het energierijke Midden-Oosten en de Kaspische Zee. (De Bosporus is al een cruciaal knooppunt voor het mondiale olietransport.) Die positie maakt het land van groot belang voor de EU om toegang te krijgen tot niet-Russisch gas. Wil de EU gas uit de Kaspische Zee, of in de toekomst Noord-Irak, Iran, of zelfs de wateren rond Cyprus en Israël? Dan gaat dat bijna zeker met pijpleidingen via Turkije.
Een eerste stap is de bouw van TANAP (de trans-Anatolische pijpleiding) en TAP (de trans-Adriatische pijpleiding); deze twee aaneengesloten pijpleidingen brengen vanaf 2018 10 miljard kubieke meter gas uit Azerbeidjan via Turkije naar de EU. Ooit grapten topmannen van Gazprom dat deze hoeveelheid net voldoende zou zijn om een barbecue aan te steken. Maar het is een eerste stap om de ‘Southern Gas Corridor' te realiseren, een speerpunt voor grotere energieveiligheid en diversificatie van de Europese gasimport.
Als Ankara in zee gaat met Moskou en SouthStream 2.0 wordt gebouwd, dan zal Turkije een grotere rol gaan spelen in zowel het Europese, als het Russische gasbeleid. Europa zal dan in de gaten moeten houden dat de Russische pijpleiding niet ten koste gaat van de niet-Russische gasvoorziening die het nastreeft. TANAP/TAP en SouthStream 2.0 zouden met elkaar kunnen concurreren, en Rusland en de EU zouden wel eens kunnen gaan strijden om de gunsten van Erdogan. Putin's besluit om SouthStream te verleggen heeft dus één grote winnaar: Turkije.
De EU moet voorkomen dat het van de regen in de drup raakt, en dat door het groeiende belang van Turkije het een onevenwichtige afhankelijkheid ontwikkelt met een land waarmee het een moeizame relatie onderhoudt. Ondanks spanningen rond het conflict in Syrië, afgesplitste PvdA-Kamerleden, en de niet-aflatende discussie over wel, of geen, EU-lidmaatschap, doet Nederland (en Europa) er goed aan om de relatie met Turkije op peil te houden. Of SouthStream 2.0 er komt of niet, de ontwikkelingen met Rusland vergroten het belang van een gezonde en strategische Turks-Europese relatie. Dit zouden besluitvormers in Den Haag zich moeten realiseren als ze langs de Zuidas rijden.
Rem Korteweg is senior research fellow bij het Centre for European Reform in Londen.